Beleggen in aandelen wordt alsmaar populairder bij de gewone consument. Een zeer belangrijke veroorzaker van deze ‘beleggingstrend’ is de historisch lage rente op spaartegoeden. Daar waar je tot enkele jaren geleden nog 4% rente op je spaargeld ontving, mag je tegenwoordig van geluk spreken als de rente boven de 0,5% uitkomt. Tel daar de inflatie en vermogensrendementsheffing bij op en je hebt het gouden recept voor een negatief rendement. “Dat kan beter”, denken veel consumenten, dus zij maken en masse de stap naar de beurs. Op de aandelenbeurzen aangekomen, krijg je echter direct te maken met een serie termen die je jezelf eigen moet maken om te kunnen gaan beginnen met beleggen.

Intrinsieke waarde berekenen niet moeilijk

Eén van de veelvoorkomende termen op de aandelenbeurs is de intrinsieke waarde per aandeel. Deze intrinsieke waarde wijkt af van de gecommuniceerde waarde per aandeel. Maar wat is de intrinsieke waarde van een aandeel dan precies? Dat is de uitkomst van een som waarbij de actuele waarde van de bezittingen van de bovenliggende onderneming, minus de schulden, wordt gedeeld door het aantal aandelen dat het bedrijf heeft uitstaan. Waarom zo ingewikkeld? Als je bijvoorbeeld voor de lange termijn aandelen van een bepaalde onderneming wilt kopen om daarop een aantrekkelijk dividendrendement te behalen, dan is het belangrijk dat je weet of er überhaupt kans bestaat dat er dividend wordt uitgekeerd. Een onderneming die winst maakt, maar weinig eigen vermogen heeft, zal uiteindelijk immers weinig of zelfs geen dividend kunnen uitkeren.

Zelf intrinsieke waarde aandeel berekenen

Voordat je daadwerkelijk gaat beleggen en je een bepaald beleggingsdoel hebt gesteld, dien je voor jezelf de intrinsieke waarde van een aandeel inzichtelijk te maken. Je moet dus de intrinsieke waarde berekenen, en dat kun je heel gemakkelijk zelf doen. Begin simpelweg met de actuele waarde van het totale bezit van een onderneming en trek daar alle schulden van af. Deze informatie kun je vaak gewoon op de site van beursgenoteerde bedrijven terugvinden, namelijk bij de jaarstukken. Het eigen vermogen dat uit deze berekening komt, deel je door het aantal uitstaande aandelen. De uitkomst hiervan vertegenwoordigt de intrinsieke waarde per aandeel. Deze intrinsieke waarde berekenen, is dus heel eenvoudig.

Voorbeeldberekening intrinsieke waarde aandelen

Onderneming X heeft 55 miljoen aandelen uitstaan die op dit moment 10 euro per stuk waard zijn. Het eigen vermogen van onderneming X (bezittingen min schulden) bedraagt 150 miljoen euro. 150 miljoen gedeeld door 55 miljoen aandelen komt neer op 2,73 euro. Deze intrinsieke waarde per aandeel van onderneming X ligt dus veel lager dan de beurswaarde. Investeren in dit bedrijf is dan ook niet zo interessant, omdat de kans dat je aanspraak maakt op winstuitkeringen erg mager is. Voor alle beursgenoteerde ondernemingen geldt overigens dat de informatie die je nodig hebt om de intrinsieke waarde te berekenen vrij opvraagbaar moet zijn.